Meer geld voor kaas, verse vis en bereide gerechten

Het gemiddelde Vlaamse gezin heeft in 2004 in totaal 31.953 euro uitgegeven, 4,5 procent meer dan het jaar voordien. Globaal gezien spendeert de Belg aan zijn huishoudproducten een ongeveer even groot percentage van zijn budget in 2004 als in 1978. Dat blijkt uit de cijfers van het Huishoudbudgetonderzoek van de FOD Economie, algemene directie Statistiek en Economische Informatie. Wel valt op dat de Belg in 2004 ruim 6 procent van zijn budget minder aan voeding, dranken en tabak besteedt in vergelijking met 1978.

Elk jaar worden de Belgen ondervraagd over hun huishouduitgaven. Zij moeten telkens een maand lang een huishoudboekje bijhouden met daarin al hun uitgaven en inkomsten. Aan de hand van het Huishoudbudgetonderzoek wordt de samenstelling van de indexkorf bepaald. Marktonderzoekers maken eveneens gebruik van de Huishoudbudgetonderzoeken om te zien welke producten al dan niet goed in de markt liggen.

Enkele opvallende evoluties tussen 1978 en 2004 zijn de stijging van het bestede budget aan klaargemaakte vis (+424,9%), bereide gerechten (+448,3%), de bruto huur (+189,6%), farmaceutische producten (+302%), telefoongesprekken (+561,2%) en vooral computerapparatuur (+8.907,4%).

In het Vlaams Gewest stegen de uitgaven per huishouden van 12.460,02 euro in 1978 tot 31.953,82 euro in 2004. In Brussel en Wallonië is die stijging minder groot. In Vlaanderen is er tussen 1978 en 2004 een heel duidelijke stijging van de uitgaven voor voedingsproducten zoals verse vis (van 47,15 euro naar 118,65 euro), kaas (107 euro naar 254,96 euro), bereide gerechten en soepen (62,94 euro naar 315,49 euro), wijn en aperitieven (55,26 euro tot 255,77 euro).

Wat betreft de verdeling van de uitgaven op het totaal budget is het duidelijk dat voor bepaalde producten minder gespendeerd wordt. Zo werd in 1978 in Vlaanderen 3,6 procent van het budget aan vers- en diepvriesvlees gespendeerd, terwijl dat in 2004 slechts 1,49 procent is. Eenzelfde terugval is te merken voor kleding en schoeisel. Voor een eerste of tweede woning geeft de Vlaming procentueel dan weer iets meer van zijn budget uit. Dat geldt ook voor vervoer en communicatie.