Leterme: "Drie procent verlies door visserijquota"

De Europese ministers van Visserij hebben vannacht een akkoord bereikt over de vangstquota voor volgend jaar. Per land is afgesproken hoeveel ton van elke vissoort mag worden gevangen. De Vlaamse vissers mogen volgend jaar vijf dagen meer uitvaren dan dit jaar. Toch zal Vlaanderen een economisch verlies lijden van drie procent. Dat heeft Vlaams minister van Visserij Yves Leterme (CD&V) becijferd.

Toch heeft Leterme het akkoord mee goedgekeurd omdat volgens hem het oorspronkelijke voorstel van de Europese Commissie op verschillende punten is verbeterd en er nu aanvaardbare quota in vermeld staan. "Naar de leefbaarheid van onze visserijsector zijn de quota nog haalbaar", aldus de minister-president.

De vissers mogen gemiddeld twintig procent minder kabeljauw vangen. Wetenschappers vrezen dat de noordzeekabeljauw anders helemaal zou uitsterven. De vangstquota voor tong en aanverwante soorten zijn nauwelijks verminderd. Van sommige soorten als heek mag zelfs meer worden gevist. Spanje en Frankrijk zijn tevreden dat er geen totaal verbod komt op de ansjovisvangst in de Golf van Biskaje.

De Vlaamse vissers reageren verdeeld op de nieuwe visquota voor volgend jaar. De Vlaamse vissers vangen vooral tong en schol, in mindere mate kabljauw. Voor hen vallen de nieuwe quota dus redelijk mee, maar veel reden tot uitbundigheid is er niet. Reder Willy Versluys zegt dat de visserijsector langzaam gewurgd wordt. "De kleine daling van zes procent van schol en tong is goed nieuws, maar elk jaar is er een daling", zegt hij.