Inperking certificaten voor groene stroom uit hout

Grote elektriciteitsinstallaties die stroom opwekken met hout, zullen geen groene stroomcertificaten meer krijgen. Dat staat in een besluit van Vlaams minister van Energie en Leefmilieu Kris Peeters, dat de Vlaamse regering vrijdag goedkeurde. Installaties met biomassa kunnen dan weer meer certificaten krijgen als ook de energie die nodig is om de biomassa voor te bereiden of te vervoeren, hernieuwbaar is.

In de huidige regels voor groenestroomcertificaten, die dateren van 2004, kunnen ook installaties die werken op hout in aanmerking komen voor groenestroomcertificaten. Volgens minister Peeters is het niet aangewezen om massaal hout te gebruiken voor het opwekken van groene stroom. Ook de houtindustrie zelf vindt dat. In de glastuinbouwsector viel in het verleden te horen dat de subsidies voor elektriciteitsproductie uit hout de prijzen op de houtmarkt konden opdrijven, ten nadele van telers met houtverbradingsinstallaties voor de verwarming van serres.

Nieuwe installaties groter dan 20 MWe die stroom opwekken met hout, zullen in de toekomst geen certificaten meer krijgen. Houtafval en korte-omloop-hout mag wel nog gebruikt worden. Installaties die werken met biomassa kunnen ook certificaten krijgen voor de groene stroom die ze produceren. Volgens de huidige regels moet van het totaal aan groene stroom uit die productie wel de energie nodig voor het bereiden en vervoeren van de biomassa afgetrokken worden. Dat zal nu niet meer moeten, als die "voorbereidingsenergie" zelf ook hernieuwbaar is.

Naar analogie met de warmtekrachtcertificaten wordt ook de aanvraagprocedure voor groenestroomcertificaten aangepast zodat investeerders tijdig weten of een bepaalde investering recht geeft op certificaten en hoeveel. Het ontwerp gaat nu voor advies naar de Raad van State.(KS)