Indianen krijgen patent op eigen aardappelen

Volgens directeur Alejandro Argumedo van de Vereniging voor Natuur en Duurzame Ontwikkeling (ANDES) betekent het akkoord niet dat de indianen hun aardappelsoorten nu zelf gaan beschermen met patenten. "Ze zijn tegen patenten: die vertegenwoordigen een opvatting over bezit die niet in hun wereldbeeld past. Indianen zijn gewoon om informatie te delen. Maar door deze overeenkomst kan niemand anders aanspraak maken op intellectuele eigendomsrechten op hun kennis".

Volgens Argumedo kan het initiatief verreikende gevolgen hebben. De aardappelovereenkomst is "een eerste teken voor het herstel van de rechten van inheemse volkeren". Ook maïssoorten in Mexico of rijst uit India of Thailand zouden op die manier uit de handen van de agro-industrie gehouden kunnen worden. Met name rond de rechten op geurige rijstsoorten als basmati en jasmijnrijst is de voorbije jaren strijd geleverd tussen landen waar die soorten van oudsher worden geteeld en ondernemingen die de rechten op de naam of op bepaalde kenmerken van die soorten voor zich reserveerden.

Dat de Peruaanse indianen met aardappelen beginnen, ligt volgens Argumedo voor de hand. Peru ziet zichzelf als de bakermat van de aardappel. "De teelt gaat duizenden jaren terug, en we hebben ons samen met de aardappel ontwikkeld". In Peru en de omliggende Andesregio worden 3.300 aardappelsoorten geteeld, waarvan er 300 officieel erkend zijn.

Volgens ANDES betekent het akkoord dat gemeenschappen in de Andes de genenbank kunnen openstellen en boerengemeenschappen in Peru en in andere landen kunnen laten profiteren van de biologische diversiteit die er is opgeslagen.

Lees ook: geVILT: Kleine Andesboeren hebben buik vol van vrijhandel