Hollandse maatjes steeds minder Hollands

Nederland leeft al enkele weken naar de start van het haringseizoen toe. In een wereld die steeds meer globaliseert en waar culturele verschillen vlug verdwijnen, lijven onze noorderburen de haring gretig in als hun laatste nationale symbool. De vis hielp de Hollandse steden in de 16de eeuw al het beleg van de Spaanse troepen te doorstaan. Hij figureert in toneelstukken en op schilderijen van bekende Nederlandse schrijvers en schilders.

Maar de Hollandse Nieuwe is niet meer zo oer-Hollands. De maatjesharing wordt steeds minder vaak door Nederlandse schepen opgevist. Er zijn dit seizoen nog maar twee Nederlandse schepen die op de Hollandse Nieuwe vissen. De meeste maatjesharingen komen uit Denemarken, waar zeven tot tien schepen de vis aan wal brengen. Verder komt er veel haring uit Noorwegen. Nederlandse groothandelaren kopen de meeste vis in bij Scandinavische reders en verwerken hem daar.

De haringvloot is zo uitgedund omdat de Nederlandse kotters aan de eigen kust geen maatjesharing meer vinden. Vanwege de overbevissing moeten ze nu eerst honderden kilometers de Noordzee op voordat ze de netten kunnen uitwerpen. Het kost de Nederlandse reders kapitalen aan brandstof voordat hun grote trawlers gearriveerd zijn op hun visserijgronden. De Noorse en Deense concurrenten hoeven minder grote afstanden te overbruggen.(GL)