Heilige koeien moeten wijken voor economie

Begin mei besliste een rechtbank dat de straten in New Delhi moeten vrijgemaakt worden van loslopende koeien en buffels. Iedereen die een koebeest naar een staatsweide brengt, krijgt een premie. Dat zorgt voor spanningen tussen diepgelovige behoudsgezinden die niet willen breken met de eeuwenoude tradities en progressieve jongeren die, met het daverende China naast de deur, niet in de Middeleeuwen willen blijven steken.

Koeien mogen hooguit zachtjes aangespoord worden op te krassen als ze zich in het midden van een drukke verkeersader op het warme asfalt te rusten leggen. Dat zorgt dagelijks voor files. De reden voor die behandeling is eenvoudig: de koe wordt door de Hindoes beschouwd als de leverancier van de vijf heilige producten: melk, yoghurt, boter, mest en urine. Aan dat laatste wordt een zuiverend vermogen toegedicht. Sommige Hindoes drinken geregeld een glas koeienurine na de maaltijd.

Ook schuilt er volgens de reïncarnatietheorie in elk dier een overleden mens. De koe mag geen strobreed in de weg worden gelegd. Volgens de oorspronkelijke hindoewetten moet iemand die een koe mishandelt ter dood worden gebracht. Dat de overheid nu komaf wil maken met de overlast van die verering, is volgens Indiakenner Chandir Mathura, eindredacteur van de Nederlandse Hindoe-omroep Ohm, een gevolg van de onstuitbare economische groei van buurland China.

"Jonge Indiërs zijn het beu hele dagen in de file te staan omdat er een koe moe geworden is, terwijl er één land verder ongestoord aan een economische wereldmacht wordt gebouwd. De overheid volgt nu die redenering ze weten ook dat ze de zes procent groei van dit jaar nog kunnen vermeerderen, als ze erin slagen om bijvoorbeeld de mobiliteit te verhogen", luidt het.