Gentse slagers vrijgesproken voor verkoop groenten

Een wet uit 1953 verbood slagers om iets anders dan vlees te verkopen. Maar ondertussen was er een omzendbrief van minister van Volksgezondheid Marcel Colla (SP.A) die dat wel toeliet, op voorwaarde dat de hygiëne gerespecteerd wordt. Hoofdzaak is dat er geen kruisbesmetting kan gebeuren: vlees moet in een andere toog dan groenten of vis.

Met dat doel liet slager Filip Simoens uit Gent zijn slagerij ombouwen tot een kraaknet geheel. Het Voedselagentschap deed een grondige inspectie bij de opening en feliciteerde hem. Maar de stad Gent heeft een eigen voedselinspectie. Die kwam bij de slager langs, stelde vast dat hij groenten en broodjes verkocht en stelde prompt een PV op: de wet gaat boven een omzendbrief.

Omdat het Voedselagentschap het PV klasseerde, ging het naar het parket. Dat sleepte Simoens, samen met slager Filip Verschueren uit Oostakker, wel voor de rechter. Rechter Jan Van den Berghe was halfweg vorig jaar onverbiddellijk: Verschueren kreeg een boete van 3.800 euro, Simoens van 2.000 euro. Het vonnis leidde tot hevige reacties.

Dit vonnis bracht alles in een stroomversnelling. Minister van Volksgezondheid Rudy Demotte zorgde ervoor dat de omzetbrief van Colla werd omgezet in een wet door een koninklijk besluit uit te vaardigen. Eind november 2005 verscheen het in het Staatsblad. Sindsdien mag elke slager ook broodjes en groenten verkopen zolang dit maar gebeurt volgens de basisregels van de hygiëne.

"Het parket-generaal is zo vriendelijk geweest om tot de publicatie te wachten om in beroep te gaan", vertelt slager Simoens. Donderdag werd hij dus quasi vrijgesproken op één kleine inbreuk na. Een personeelslid van de vleestoog had een appel aan een klant aangereikt in het bijzijn van een anonieme inspecteur van het Gentse stadslabo. Daar houdt hij een boete aan over van 50 euro. Zijn Oostakkerse collega moet voor een gelijkaardig klein vergrijp een boete van 100 euro betalen.