Gemiddelde Belg blijft meer kaas eten

De voorliefde voor harde kazen is wat afgezwakt, maar blijft sterk met een aandeel van 54 procent. Daarna volgen zachte kazen met 17 procent, gesmolten kazen met 11 procent, halfharde kazen (type abdijkaas) met 8 procent, verse kaas met 7 procent en geiten- en schapenkaas met 2 procent. Binnen het kaasassortiment is er ook een duidelijke trend naar de magere kazen en dieetkazen. Hun aandeel steeg van 8 naar 11 procent.

De Waal eet bijna 3 kilogram en de Brusselaar 2 kilogram kaas meer dan de Vlaming. Onder de Vlaamse stolp liggen ook andere kazen dan onder de Waalse of de Brusselse. Het assortiment in Vlaanderen bestaat uit relatief meer harde kazen. De grootste kaasverbruikers in ons land zijn de welgestelde gezinnen met kinderen en de welgestelde gepensioneerden. De groei van de afgelopen jaren is dan weer vooral te danken aan de stijgende consumptie bij de alleenstaanden.

De supermarkten hebben 91 procent van de kaasmarkt in handen. De overige 9 procent wordt verdeeld tussen de gespecialiseerde zuivelhandel (5 procent) en de overige kanalen zoals melkventer, kruidenier en hoeve (4 procent).