Extra voorzorgsmaatregelen tegen vogelpest van kracht

Voortaan is het verboden om een toom van meer dan 200 stuks pluimvee therapeutisch te behandelen zonder voorafgaand stalen voor verder onderzoek te hebben overgemaakt. Concreet betekent dit dat telkens de pluimveehouder het nodig acht om pluimvee te behandelen voor gelijk welke aandoening, eerst de dierenarts moet worden geraadpleegd voor bijkomende staalname.

Voor het einde van de maand zal de bioveiligheid van alle pluimveebedrijven worden doorgelicht. Deze risico-analyse zal aan de hand van een checklist worden uitgevoerd door de bedrijfsdierenarts en moet jaarlijks uitgevoerd worden. Begin volgende week krijgt elke pluimveehouder een gepersonaliseerde checklist waarop de overheid al een aantal gegevens heeft ingevuld.

In een aantal specifieke regio's met een hoge concentratie aan wilde water- of trekvogels moeten pluimveehouders maatregelen nemen om contacten tussen hun pluimvee en die wilde vogels te vermijden. In functie van de individuele bedrijfssituatie kan het Voedselagentschap bijkomende maatregelen opleggen zoals een verbod op het buiten drenken en voederen van het pluimvee, of eventueel zelfs het ophokken van de dieren.