Europa verliest marktaandeel kipeiwitpoeder in Japan

De Europese Commissie heeft het verzoek van de Nederlandse Productschappen voor Vee, Vlees en Eieren afgewezen om de restitutie voor eiwitpoeder los te koppelen van de restitutie voor schaaleieren. Deze koppeling beperkt de restituties voor kipeiwitpoeder, waardoor Europa fors marktaandeel verliest in Japan, ten gunste van vooral Noord-Amerika. Dit is op dit ogenblik mede één van de redenen voor het lage eierprijsniveau in de EU, luidt het in Nederland.

Het Europese overschot aan kipeiwit wordt grotendeels afgezet als eiwitpoeder aan Japan. Japan importeert jaarlijks zo’n 11.000 ton eiwitpoeder, waarvan in 2004 zo'n 8.000 ton uit de EU. Dit is een equivalent van zo'n 2 miljard eieren. De belangrijkste concurrent zijn de Verenigde Staten. Omdat de kostprijs daar veel lager is dan in de EU en deze landen ook flinke exportondersteuning verlenen, is de export vanuit de EU naar Japan alleen mogelijk met behulp van hoge exportrestituties.

Tot juli 2005 was dit geen probleem en werd de restitutie voor eiwitpoeder naar Japan door de EU afgestemd op de concurrentieverhouding met de VS. Dat in het verre verleden de restitutie voor eiwitpoeder gekoppeld werd aan de restitutie op schaaleieren, stelde nooit eerder problemen. Integendeel, vorige zomer werd het dankzij de hoge restituties en de complicaties in verband met vogelgriep plots rendabel om ook schaaleieren te exporteren naar Japan, aldus de Nederlandse Productschappen.

De Commissie wilde deze ‘kunstmatige’ exportstroom van eieren naar Japan stoppen. Daarom werden de restituties nog in juli vorig jaar verlaagd met 20 procent. De beperkte export van schaaleieren naar Japan werd hierdoor ontmoedigd, maar ook de substantiële export van eiwitpoeder leed onder de maatregel. Deze aantasting van de concurrentieverhouding kostte de Europese eiproductenindustrie inmiddels ruim 20 procent van hun marktaandeel in Japan, stelt de Nederlandse kippensector.