Chinese boeren pikken onrecht niet langer

Honderden boze Chinese boeren gijzelden recent een aantal buitenlandse investeerders. Zij waren boos over de geringe compensaties voor een graanschuur op hun land. Partijbonzen van de Communistische Partij hadden de grond voor een paar centen 'aangeslagen' en met forse winst verkocht aan de investeerders. Uit cijfers van de Chinese Communistische Partij blijkt overigens dat politie en veiligheidstroepen in China dagelijks moeten optreden bij 300 rellen en opstootjes. Chinezen hebben genoeg van het onrecht en verweren zich in toenemende mate.

Ieder mensenleven heeft een prijs. Dat van een boerenjongetje was 500 yuan, vijftig euro waard. Meer wou een ziekenhuis niet betalen als compensatie voor het feit dat het jongetje in de gang van het hospitaal is overleden. Nadat de jongen per ongeluk pesticide uit een limonadefles had gedronken, wilden de artsen zijn maag pas leegpompen nadat ze geld hadden gezien. Omdat de grootvader van de jongen niet genoeg geld bij zich had, weigerden de artsen elke verdere verzorging, met alle gevolgen van dien.

Na de dood van het jongetje rukten 2.000 demonstranten op naar het ziekenhuis. De familie eiste 30.000 yuan compensatie voor medisch wangedrag. Artsen die geen poot uitsteken voordat ze een zogenoemde 'rode enveloppe' met geld krijgen, zijn een alledaags verschijnsel in China. Net als burgers die onrecht en uitbuiting niet meer pikken. Officieel waren er vorig jaar 74.000 demonstraties. Omdat lokale autoriteiten vanwege mogelijke repercussies nog wel eens knoeien met cijfers, ligt het werkelijke aantal allicht veel hoger.