Chinese boer kan inkomen van stedeling niet bijbenen

De inkomensverschillen in China hebben zo'n niveau bereikt dat ze op korte termijn de sociale stabiliteit ernstig bedreigen als er niet snel een beleid komt om de ongelijkheden te verminderen. "Indien er de komende vijf jaar geen efficiënte maatregelen worden getroffen, zullen we in 2010 de alarmdrempel bereiken", waarschuwt het regeringsrapport.

In de Chinese steden groeit het gemiddelde jaarinkomen per hoofd van de bevolking elk jaar met 8 tot 9%. Dit jaar zullen de stedelingen zelfs de magische kaap van 10.000 yuan (iets meer dan 1.000 euro) nemen. In landelijke gebieden moet de bevolking genoegen nemen met 4 à 5 procent extra per jaar. In 2004 verdiende de gemiddelde Chinese boer zo'n 2.936 yuan, tegen 9.422 yuan voor de stadsbewoner.

Het document wijst verder op toenemende verschillen binnen stedelijke gebieden en op het platteland. Zo verdiende de gemiddelde Chinese landbouwer vorig jaar 3,39 keer meer dan zijn armste collega. In 1992 was dat nog maar 2,45 keer.

Ook in de steden wordt de kloof groter, onder meer als gevolg van de daling van het levensniveau van talrijke werkloze arbeiders en bedienden, in tegenstelling tot de extreem snelle verrijking van zakenmensen uit de privé-sector, stelt het rapport. Tekenend voor die sociale ongelijkheden zijn betogingen en manifestaties allerhande die steeds vaker in China uitbreken.