Bemefa "verbijsterd" over dioxineverontreiniging

Bemefa wijst erop dat de dierenvoedersector als één van de eersten een validatie heeft gekregen van het Voedselagentschap voor haar autocontrolegids. Elk lot geproduceerd dierlijk vet moet worden bemonsterd door onafhankelijke derden en het monster moet door een geaccrediteerd labo worden geanalyseerd op PCB's. Het analysecertificaat moet elke partij vergezellen.

Het Voedselagentschap neemt jaarlijks meer dan 5.000 monsters in de dierenvoedersector, die worden geanalyseerd op PCB's. Ongeveer 400 monsters op jaarbasis worden onderzocht op dioxines. Bemefa legt daarbovenop sinds 2003 ook een sectoraal bemonsteringsplan op aan haar leden. Van de 1.500 monsters en analyses op jaarbasis worden er 300 geanalyseerd op PCB's. De analyseresultaten worden binnen de 24 uur ter beschikking gesteld. Alle resultaten van 2005 tonen geen overschrijding van de norm, luidt het.

De mengvoederfabrikanten houden eveneens gedurende 6 maanden alle monsters bij van de grondstoffen die worden toegeleverd. Dit stelt het Voedselagentschap in staat om voor de bewuste kritische periode alle nodige analyses uit te voeren. De geproduceerde mengvoeders worden eveneens bemonsterd en de monsters worden gedurende 3 maanden bijgehouden.

Bemefa-woordvoerder Yvan Dejaegher zegt "verbijsterd" te zijn. De verontreiniging heeft volgens hem een vreemd profiel, omdat enkel dioxines en geen pcb's voorkomen. "In dierlijk vet komen die meestal samen voor". De resulaten zijn daarom naar alle Europese experten gestuurd. Bij Bemefa wacht men de resultaten van het onderzoek af. Ze voelen zich gesterkt door hun eigen controlesysteem, "al kunnen er altijd hiaten bestaan", luidt het.