"België moet BSE-test Duitse runderen niet betalen"

"Het moet gedaan zijn met die bazaar", aldus een duidelijk gegriefde minister donderdag op een persceonferentie waar ze met Luc Beernaert van het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid een stand van zaken opmaakte van de BSE-aanpak in België.

De Europese commissie verplicht de lidstaten om sinds begin dit jaar alle runderen ouder dan 30 maanden die in het slachthuis worden aangeboden, te onderwerpen aan een BSE-test. Bedoeling is aan de consument te verzekeren dat geen enkel rund met de gekkekoeienziekte in de voedselketen terechtkomt. In België betaalt de overheid die testen (aan circa 4.000 frank per test), in veel Duitse "länder" is dat niet het geval.

Gevolg is dat heel veel veehouders uit Duitsland (waar de markt van het rundvlees compleet in elkaar is gestort) hun dieren in buitenlandse slachthuizen laten slachten. In de Duits-Belgische grensstreek (bijvoorbeeld rond Sankt Vith en Luik) werden er de voorbije dagen meer Duitse dan Belgische runderen geslacht.

Vermoed wordt dat er van de 21.500 BSE-testen die al in België werden uitgevoerd, er zo'n 2 à 3.000 gebeurden op Duitse runderen. Het gaat om een schatting, want precieze gegevens worden niet bijgehouden.

Dat kan niet langer, vindt Aelvoet. Als Duitse veehandelaars hun dieren bij ons willen laten slachten, moeten ze daar zelf voor betalen. "De Belgen moeten niet betalen voor het testen van Duitse runderen". Volgende week wil de minister een ministerieel besluit klaar hebben die aan die praktijk een eind moet maken, al is dat juridisch (met de vrijheid van goederenverkeer) niet erg makkelijk, luidt het.