Actiecomité klaagt over stankhinder landbouwbedrijf

Om te weten wie de schuldige is van de soms niet te harden stank, kreeg de Vlaams Instelling voor Technologisch Onderzoek uit Mol de opdracht van de milieu-inspectie om een geuronderzoek te voeren. Daarvoor noteren 60 mensen in Lendelede dagelijks wat ze ruiken. Het resultaat van dit onderzoek is nog niet bekend. Dat zou pas tegen 15 december gebeuren. "Officieus werd al bekendgemaakt dat 95 procent van de waargenomen stank afkomstig is van het bedrijf van Maes", zegt een buurtbewoner.

Bezwaarschriften tegen de nieuwe vergunning van het bedrijf van Piet Maes moeten binnen zijn tegen 15 december. "Dat is de dag dat het resultaat van het geuronderzoek bekend zou moeten zijn. Na een eerste gesprek dat we met de leden van het schepencollege hadden, zei burgemeester Gheysens ons dat ze het resultaat van dit onderzoek afwachten vooraleer een advies te formuleren in verband met de nieuwe vergunning", aldus een andere buurtbewoner.

Bedrijfsleider Piet Maes reageert verbolgen. "Het is wel eigenaardig dat ik sinds april geen enkel bericht meer gekregen heb over stankhinder. Het was nochtans afgesproken dat de milieuambtenaar me maandelijks de klachten ging overmaken". Maes wil daarmee niet gezegd hebben dat er geen stankhinder meer is.

"De VITO moet zich nog uitspreken of er stank is en vanwaar die komt. Ik wil niet vooruitlopen op het resultaat van dat onderzoek. We hadden de resultaten tegen half september binnen moeten hebben, maar dat is nog altijd niet gebeurd. Daarom heb ik gewacht met het aanvragen van mijn vergunningen. Maar de tijd dringt. Tegen 1 januari gelden er nieuwe normen voor het dierenwelzijn. Verder verandert er ook iets aan het eindproduct van de verwerkte mest. Daarom mijn nieuwe vergunningsaanvraag".

Het actiecomité heeft er vragen bij dat Piet Maes voorzitter is van de plaatselijke milieuraad en hij dus zelf advies over zijn zaak moet geven aan het gemeentebestuur. Maes repliceert: "We hebben als milieuraad nog nooit advies moeten geven aan het gemeentebestuur over dergelijke zaken".