Achteruitgang landbouwproductie geraamd op 3,1 pct

De globale daling is vooral het gevolg van aanzienlijke prijsdalingen, vooral voor eieren (-50,7%), aardappelen (-32,3%), granen (-29,6%) en groenten (-15%). Gemiddeld daalde de prijs in de hele landbouwsector met 5,0 procent. Enkel voor varkensvlees (+10,8%) werd aanzienlijk meer betaald.

De globale volumestijging (+2,0%) kan deze prijsdalingen niet compenseren. Omdat ook het intermediaire verbruik - onder meer zaai- en plantgoed, meststoffen, onderhoud - op zowat hetzelfde peil bleef (iets duurder voor minder volume), raamt de FOD Economie de netto toegevoegde waarde 9,9 procent lager dan in 2003.

De netto bedrijfsinkomsten daalden in totaal met 17,4 procent. Het totale aantal landbouwarbeidskrachten (in voltijds equivalenten) daalde met 8 procent, tot 26.904. Het netto-inkomen per werknemer daalde met 11,7 procent tot 19.257 euro.

De ramingen zijn gebaseerd op de cijfers van 2003, vermenigvuldigd met de coëfficiënten van de volume- en prijsevoluties. Definitieve cijfers worden pas vanaf oktober verwacht, maar "zullen zeer waarschijnlijk niet positiever uitvallen", zo luidt het.