Willem-Alexander: "Meer voedsel met minder water"

De landbouw zal overal ter wereld met minder water meer voedsel moeten produceren. Maar watermanagers zijn er nog niet in geslaagd die sector daarvan te overtuigen. Dat heeft de Nederlandse prins Willem-Alexander maandag in Stockholm gezegd bij de opening van de World Water Week. De mondiale landbouw gebruikt nog steeds 80 procent van de watervoorraad op aarde. Elk procent minder is een enorme stap voorwaarts, aldus de prins.

Met ongeveer 30 procent van het totale waterverbruik is de Europese landbouw een belangrijke gebruiker van water. In Zuid-Europa neemt de irrigatie in de meeste landen meer dan 60 procent van het waterverbruik voor haar rekening terwijl dit in de noordelijke lidstaten varieert van nul tot ruim 30 procent. Ter vergelijking: in sommige ontwikkelingslanden slorpt irrigatie tot 95 procent van het beschikbare water op.

De hoeveelheid water die voor irrigatie wordt gebruikt, hangt af van factoren als klimaat, gewassoort, bodemkenmerken, waterkwaliteit, teeltwijzen en irrigatiemethoden. Door middel van irrigatie kan de natuurlijke beschikbaarheid van water op kunstmatige wijze worden vergroot en kan de seizoensvariatie in de neerslag worden opgevangen. Op die manier is het mogelijk om de gewasproductiviteit te verbeteren, de risico's van droogteperioden te verkleinen en meer rendabele gewassen te telen. Irrigatie is echter ook de oorzaak van een aantal milieuproblemen, zoals overmatige onttrekking van grondwater, erosie en bodemverzilting.

De Water Week is een congres over water, milieu en armoedebestrijding. Bij de bijeenkomst, die 26 augustus duurt, zijn 140 landen vertegenwoordigd.

Meer informatie: World Water Week