Weinig kennis over vogelgriep en dreigende pandemie

De Belgen weten te weinig over seizoensgriep, vogelgriep en een eventuele grieppandemie. Dat blijkt uit een onderzoek van InSites Consulting in opdracht van het interministerieel coördinatiecomité Influenza en de Koning Boudewijnstichting. Een duizendtal burgers werd via het internet bevraagd over hun kennis over de verschillende griepvarianten. Er waren ook groepsdiscussies met allochtonen, kansarmen, senioren, artsen en een groep mensen die representatief is voor de gemiddelde Belg.

Uit het onderzoek blijkt dat vogelgriep de bekendste griepvariant is. Negentig procent van de respondenten geeft te kennen deze griep te kennen. Voor seizoensgriep bedraagt dit percentage 79 procent. Slechts 47 procent kan het begrip grieppandemie situeren. Vogelgriep wordt niet gezien als een bedreiging of een ziekte. Men schat de kans op aanraking met de vogelgriep heel laag in en de rol van de burger in het verhaal wordt beschouwd als quasi nihil. Volgens de onderzoekers heeft het feit dat vorig jaar de vogelgriep ons land niet heeft bereikt, gezorgd voor extra geruststelling.

Qua communicatie wil de burger informatie over de relevantie van de ziekte, hoe ze het kunnen detecteren bij mens of dier en hoe ze zich het best kunnen beschermen. Bij de vogelgriepcrisis vorig jaar vond 57 procent dat de media duidelijke informatie had verspreid, 66 procent vond dat de overheid voldoende informatie had gegeven. “Bij een dergelijke crisis wil de Belg niet overrompeld worden. De voorkeur gaat uit naar een beperkt aantal kanalen en de overheid lijkt daarbij de best geplaatste bron om objectieve informatie door te geven”, vertelt Frank Geers van InSites.

Grieppandemie is voor de meeste respondenten een ver-van-mijn-bed-show. Deze relativering van de ziekte is een gevolg van een gebrek aan kennis. Men vertrouwt hiervoor op de overheid en de wetenschap. De respondenten willen hierover pas geïnformeerd worden eens de dreiging reëel wordt. “Deze instelling kan natuurlijk leiden tot collectieve paniek van zodra er een ernstige dreiging ontstaat”, aldus Geers.

“Want wanneer de dreiging reëel wordt, zullen de mensen plots wel nood hebben aan informatie en zich afvragen waarom ze niet eerder op de hoogte werden gebracht. Ook artsen zullen dan overstelpt worden met vragen van ongeruste patiënten”, meent de InSites-onderzoeker. “Daarom is het belangrijk dat artsen al ruim op voorhand weten wat een pandemie inhoudt en wat er tijdens een mogelijke gezondheidscrisis van hen verwacht wordt, zodat zij weten wat er zal gebeuren en dus hun patiënten op de best mogelijke manier kunnen helpen”.

Het interministrieel coördinatiecomité Influenza wil op basis van deze resultaten haar communicatieplan bijsturen. “Ik concludeer op basis van dit onderzoek dat de bevolking nood heeft aan eenvoudige en toegankelijke informatie, ook in andere talen. Belangrijk is ook dat we extra aandacht besteden aan moeilijk bereikbare doelgroepen, zoals kansarmen”, zegt interministerieel commissaris Influenza Piet Vantemsche. Hij kondigde eveneens aan dat er een e-learning-pakket werd ontwikkeld over grieppandemie om gezondheidswerkers in de eerste lijn, zoals artsen, apothekers, tandartsen,… van de nodige informatie te voorzien.(GL)

Meer informatie: Vogelgriep voor beroepsmensen