"Tien procent behandelde dieren is gevaarlijk cijfer"

Volgens politiebronnen wordt één rund op tien behandeld met groeihormonen. "Die tien procent is een gevaarlijk cijfer en eerder een afronding naar boven", zegt nationaal hormonenmagistraat Johan Sabbe in een gesprek met VILT. Wel zeker is dat de honderd verdachte monsternames op landbouwbedrijven vorig jaar 42 niet-conforme resultaten opleverden. "Maar die bedrijven worden enkel bezocht na concrete aanwijzigingen dat er mogelijk iets mis is".

In 2005 heeft de Nationale Opsporingseenheid (NOE) 426 administratieve vattingen geregistreerd. Daarbij gaat het telkens om ingewonnen informatie die aanleiding kan geven tot het opstarten van een fraude-onderzoek, met name een deelname aan een wegcontrole, een verdachte monstername op een landbouwbedrijf of slachthuis, of een bijzondere actie zoals een inval op een veemarkt. Vorig jaar heeft de helft van de informatie geleid tot het openen van een dossier.

In totaal werden 189 pv's opgesteld wegens inbreuken die binnen het kader van de hormonenbestrijding vallen. In slachthuizen werden 19 positieve gevallen ontdekt op een totaal van 928 monsters. Op landbouwbedrijven leidden 100 verdachte monsternames tot 42 inbreuken. "Dat betekent uiteraard niet dat 4 op 10 veehouders frauduleus te werk zouden gaan", aldus Sabbe. "We leggen eerst concrete aanwijzingen samen, maken een risico-analyse en bezoeken tot slot verdachte gevallen. Die honderd boerderijen zijn slechts een fractie van de meer dan 6.000 bedrijven met mestvee in Vlaanderen".

De cijfers voor 2005 worden in hun relatie tot de voorgaande jaren enigszins vertekend doordat een internationaal hormonennetwerk werd opgerold. In mei vorig jaar werden zo'n 2.000 dieren geblokkeerd nadat de speurders een 'verrijkt' kruidenmengsel op het spoor waren gekomen dat geleverd werd aan een paar tientallen vetmesters in Vlaanderen en Wallonië en enkele mengvoederbedrijven. Bij de landbouworganisaties weerklonk toen een luide roep om komaf te maken met hormonenpraktijken.

Meer informatie over de opsporing van hormonen: Jaarverslag Voedselagentschap (pp. 139-145)