Slechte samenwerking belet opvolging vogelgriep

De Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) kreeg al acht maanden geen gegevens meer over vogelgriepvirussen bij besmet pluimvee in Azië. Bovendien kreeg ze van de tientallen mensen die dit jaar met de gevaarlijke H5N1-virusstam besmet werden welgeteld zes stalen in handen. Nochtans is informatie over eventuele virusmutaties broodnodig om tijdig te kunnen waarschuwen voor een nakende grieppandemie, staat te lezen in De Tijd.

Enkele van de zes beschikbare H5N1-virusstalen bevatten een gemuteerde vorm, maar met zo weinig stalen is onmogelijk uit te maken hoe ziekteverwekkend en besmettelijk de virussen zijn. "Daarvoor is moleculaire informatie over honderden virussen nodig, plus alle klinische gegevens over de ziektegevallen. Dat onderzoek gebeurt nu niet", zegt Klaus Stöhr, de coördinator van het WGO-griepprogramma.

Sommige landen hebben niet de middelen om virusstalen te verzamelen, te bewaren en veilig te vervoeren. Maar ze zijn evenzeer terughoudend om hun gegevens te delen met buitenlandse laboratoria uit vrees de controle te verliezen over de informatieverspreiding, zegt een griepexpert. Dat zou vooral gelden voor Vietnam, dat het zwaarst is getroffen. De VN-organisatie voor voedsel en landbouw (FAO) zette een netwerk van laboratoria op om virusstalen van pluimvee te verzamelen, maar heeft al maanden niets meer ontvangen. Net uit de toestand van het pluimvee kunnen vroegtijdig signalen worden gehaald dat het virus muteert.

Sinds de uitbraak van vogelgriep anderhalf jaar geleden heeft de WGO weet van 89 gevallen van vogelgriep met de gevaarlijke H5N1-stam. Er stierven 52 patiënten. Vietnam is het zwaarst getroffen met 68 gevallen en 36 doden. Thailand telt 17 gevallen en 12 overlijdens, Cambodja heeft er vier en evenveel overlijdens.