"Prijzenoorlog tast inkomen boer en tuinder niet aan"

De effecten van de prijzenoorlog op het inkomen van boeren en tuinders die door middel van coöperaties mede-eigenaar zijn van verwerkende industrieën zijn in Nederland zeer beperkt tot nihil geweest. Dit blijkt uit nieuw onderzoek van het Landbouweconomisch Instituut (LEI). Uit eerder onderzoek bleek al dat de prijzenoorlog ook maar een zeer beperkte invloed heeft gehad op het inkomen van boeren en tuinders die niet aangesloten zijn bij coöperaties.

Het zijn nationale en internationale ontwikkelingen zoals overproductie en dierziekten die tijdelijk negatieve effecten kunnen hebben op het inkomen van boeren en tuinders. Daarnaast spelen structurele ontwikkelingen op het gebied van globalisering en de vrije markt een zeer belangrijke rol in de vorming van prijzen.

Zo bleek de ontwikkeling van het inkomen in de melkveehouderij en de intensieve veehouderij tijdens de supermarktoorlog bij onze noorderburen redelijk positief, terwijl die in de akkerbouwsector, de glasgroentensector, en de pluimveesector minder goed was. Volgens het LEI is niet de prijzenoorlog hier de oorzaak van, maar wel een hoog aanbod van akkerbouwproducten als gevolg van weersomstandigheden, gestegen gasprijzen in de tuinbouw en een verstoring van het marktevenwicht in de pluimveesector door vogelgriep.

De gevolgen van de prijzenoorlog voor de winst van de afzetbevorderende landbouwecoöperaties zijn zeer beperkt en hier zijn diverse redenen voor. Veel verwerkende industrieën zijn op export gericht en dus is de afzet aan de binnenlandse detailhandel slechts een beperkt onderdeel van de totale bedrijfsomzet. Bovendien hebben de afzetprijzen van veel Nederlandse producten zich de voorbije jaren op buitenlandse markten niet beter ontwikkeld dan de prijzen op de Nederlandse markt, de prijzenoorlog ten spijt.

Meer informatie: Coöperaties onder druk van de supermarktoorlog?