Nederlandse pluimveehouders vrezen voor vergoeding

Door de angst voor vogelgriep is de afzet van pluimveevlees de voorbije maanden in elkaar gezakt. Tot nog toe wordt de schade voor de Nederlandse pluimveehouderij geschat op 80 tot 85 miljoen euro. Daarvan is ongeveer de helft voor rekening van de vleeskuikenhouderij. De overige schade werd geleden door de broederijen, pakstations en vleesverwerkende bedrijven. In Nederlandse pakhuizen zit momenteel zo'n 50.000 tot 60.000 ton onverkoopbaar pluimveevlees opgeslagen.

Landbouwminister Cees Veerman heeft laten weten dat hij niet wil meewerken aan het uit de markt nemen van dit vlees. Ook wil hij geen compensaties geven voor de schade die is geleden door leegstand van stallen, lage prijzen en gemiste afzet. Veerman stelt wel herstructureringsmaatregelen voor, maar de Nederlandse pluimveesector bekijkt dit allemaal zeer terughoudend. Zij zijn van oordeel dat slechts een klein deel van de pluimveehouderij hier van profiteert en bovendien maakt de Europese Commissie wellicht bezwaar tegen dergelijke maatregelen.

In Vlaanderen heeft Leterme vorige week aangekondigd dat hij geen bijkomende steun zal verlenen indien de prijs en de consumptie van kippenvlees zich snel herstelt. Het budget is alleszins beperkt, liet Leterme verstaan. Boerenbond daarentegen vraagt steun voor het opruimen van de huidige stocks "zodat de marktprijs weer bepaald wordt door de vraag en het aanbod vers aangeleverd vlees". Daarnaast wil de organisatie ook vergoedingen voor kwekers die hun productie inkrimpen.