Mengvoederbedrijven moeten receptuur niet prijsgeven

Het Europees Hof van Justitie in Luxemburg deed dinsdag uitspraak in een zaak die de Nederlandse diervoederfederatie Nevedi had aangespannen tegen het Productschap Diervoeders. Volgens het Hof moeten mengvoederfabrikanten op verzoek van de klant niet de precieze samenstelling van het voeder vermelden. De zaak was niet alleen in Nederland aanhangig gemaakt. Ook Spaanse, Italiaanse en Britse diervoerfabrikanten kanten zich tegen de Europese regelgeving.

Ten tijde van de BSE- en dioxinecrisis moesten mengvoederproducenten op het etiket enkel de gebruikte voedermiddelen aangeven. In 2002 werd een nieuwe richtlijn van kracht die de producent verplicht om op het etiket van de diervoeders de specifieke naam van de gebruikte voedermiddelen aan te geven, hun gewichtspercentage ten opzichte van het totale gewicht en het referentienummer van de partij. Bovendien moet de producent op verzoek van de klant het exacte percentage van de ingrediënten verstrekken.

Het Europese Hof oordeelt nu dat de regel om de ingrediënten te vermelden in een globale gewichtsverhouding wel is toegestaan. Dat kan volgens de rechter zonder dat daarmee de precieze receptuur wordt prijsgegeven. De grote lijnen van de uitspraak van het Hof komen echter niet onverwacht. In april adviseerde advocaat-generaal Tizzano van het Europese Hof van Justitie reeds dit standpunt.

De rechter zegt ook dat er geen lijst van toegestane grondstoffen hoeft te zijn voordat de etiketteringsregels van kracht zijn. Nevedi wilde gisteren nog geen commentaar geven op de uitspraak, omdat nog niet precies duidelijk is wat de effecten zijn van het arrest. ” Er zitten nogal wat haken en ogen aan”, aldus secretaris Wil van de Fliert in het Agrarisch Dagblad.

Lees ook: geVILT: Mengvoeder eten wordt extra gezond