Latijnse bananenexporteurs vragen arbitrage van WTO

In 2001 sloot de Commissie een akkoord met Ecuador en de VS over de omzetting van de invoerquota voor bananen naar een getarifieerd systeem van aabodbeheersing. Momenteel betalen de Latijns-Amerikaanse bananenexporteurs een douanetarief van 75 euro per ton voor een totaal quotum van 2,6 miljoen ton bananen. Buiten dit quotum geldt een tarief van 680 euro per ton.

In zijn nieuw voorstel schaft de Commissie het invoerquotum af en is er sprake van een algemeen geldend douanetarief van 230 euro per ton. De Latijns-Amerikaanse exporteurs hadden gehoopt op een tarief van 75 euro per ton onder hun regime van 'meest begunstigde natie'.

De bananenexporteurs uit de ACP-landen die genieten van een preferentiële toegang op de Europese markt hadden dan weer aangedrongen op een tarief van 275 euro per ton. Met de handelsvoordelen voor de ACP-landen wil de EU de kleine Afrikaanse exporteurs beschermen tegen de grote Latijns-Amerikaanse exporteurs aangezien het in dat geval eigenlijk gaat om Amerikaanse multinationals.

Binnen de 30 dagen moeten de bekvechtende partijen of de directeur-generaal van de WTO een arbitragepanel aanstellen. Die krijgt dan 90 dagen de tijd om de zaak te onderzoeken. We zullen het panel de methodologie uitleggen die we bij de omschakeling van het importsysteem hebben gehanteerd, aldus de Commissie. Die benadrukt tot slot dat het Latijns-Amerikaans invoervolume hierdoor niet in het gedrang komt. De nieuwe modaliteiten zouden moeten ingaan op 1 januari 2006.