Landbouwerskoppel ontkent verplaatsing goederen

Een West-Vlaams landbouwersechtpaar staat terecht omdat het in beslag genomen landbouwmateriaal zou verplaatst hebben naar een andere boerderij. Begin dit jaar zaten Robert L. en zijn echtgenote Rita B. daarvoor al veertien dagen in voorhechtenis. De beschuldigden ontkennen alles. "Het was nooit hun bedoeling om dat materiaal weg te nemen. Er was zeker geen bedrieglijk inzicht", zegt hun raadsman, meester Doutreluigne in Het Nieuwsblad.

Het echtpaar runde eerst een boerderij in Lendelede. Het was een pachtbedrijf en met de eigenaars was er afgesproken dat ze het zouden moderniseren. Maar uiteindelijk bleek dat ze helemaal niets mochten moderniseren. De pachtontbinding die daarop volgde, was in het nadeel van de eigenaars. Het paar kocht daarop voor twaalf miljoen Belgische frank een hoeve in Komen. Wat later werd ook voor de dochter een landbouwbedrijf gekocht in Heuvelland.

Toen de dioxinecrisis uitbrak, kon het echtpaar zijn financiële verplichtingen bij de bank niet meer nakomen. De hofstede in Komen werd daarop verkocht voor 14,5 miljoen Belgische frank. Het landbouwerskoppel wordt er nu van beschuldigd om heel wat landbouwmateriaal uit de in beslag genomen goederen ontrokken te hebben. Ze zouden de goederen verplaatst hebben naar de hoeve in Heuvelland.

Volgens hun raadsman heeft het echtpaar nooit de bedoeling gehad het landbouwmateriaal weg te nemen. "Er was geen bedrieglijk inzicht. Zelfs de geringste twijfel speelt in het voordeel van mijn cliënten", zegt meester Doutreluigne. Het koppel is nu ingetrokken bij hun dochter en schoonzoon in het Ardooise Heuvelland. De uitspraak van de rechtbank volgt op 11 juni.(GL)