"Landbouw niet schuldig aan armoede in Derde Wereld"

De import van voedingsproducten in derdewereldlanden zal niet verminderen door de afschaffing van Europese exportsubsidies. Er zullen altijd exporteurs zijn die erin slagen te produceren tegen een fractie van de kosten in Europa en zelfs in ontwikkelingslanden. Dat schrijft federaal volksvertegenwoordiger Nathalie Muylle (CD&V) in een reactie op de kritiek van Johan Van Hecke op het Europees landbouwbeleid.

Europa moet dringend een datum vastleggen waarop alle exportsubsidies voor Europese boeren stopgezet worden. Het is tijd om niet langer kansen te ontnemen aan arme landen en er miljoenen mensen in de armoede te houden. Dat is de mening die Johan Van Hecke donderdag ventileerde in een opiniestuk in Het Nieuwsblad. Het is tijd dat we komaf maken met deze schande van Europa, luidde het.

In een reactie stelt Muylle dat het correcte debat een genuanceerd verhaal is over werkelijke invoer- en uitvoerbalansen, over het gewijzigde landbouwbeleid met de genomen WTO-engagementen en over de akkoorden met ACP- en MOL-landen. Er wacht de Europese ministers eind dit jaar in Hongkong een complexe discussie in het kader van de WTO. Dat debat kan halve waarheden en eenzijdige visies missen als de pest, klinkt het.

Volgens Muylle zal de opheffing van Europese exportrestituties de situatie van derdewereldlanden niet verbeteren. "De oplossing ligt geenszins in een liberalisering van de wereldmarkt", aldus het federaal parlementslid. "De internationale gemeenschap moet voor arme landen het recht en de mogelijkheid garanderen om hun markten voor landbouwproducten af te schermen. Landbouworganisaties delen dit standpunt overigens met NGO's".

Geef je mening over de afschaffing van Europese landbouwsubsidies op de website van Johan Van Hecke