'La vache qui rit' na 85 jaar nog steeds springlevend

Toen Léon Bel in 1921 de eerste 'smeerkaas in kleine porties' lanceerde, had hij waarschijnlijk niet kunnen vermoeden dat zijn vlootjes nu in ruim 90 landen verkocht worden, en dat in vijf continenten. Het bedrijf, dat sinds 1933 ook een fabriek heeft in ons land, realiseert een omzet van 1,8 miljard euro en produceerde in 2004 zo'n 285.000 ton kaas. Ruim 9.000 werknemers produceren meer dan 20 kaasmerken, waaronder Maredsous, Leerdammer, Mini-Babybel en uiteraard La vache qui rit.

Regelmatig worden nieuwe producten gelanceerd. Zo lanceert de groep Bel dezer dagen Squizz, de eerste smeerkaas in een knijpfles. Sinds 2000 is de omzet jaarlijks met 5 procent gegroeid. Vorig jaar was er een winst van 112 miljoen euro, een stijging met 45 procent ten opzichte van 2000.

Henri en Léon Bel zijn de zonen van Jules Bel, meester kaasmaker van comté-kaas in de Franse Jura. In 1897 verhuizen zij het familiebedrijf naar Lons-le-Saunier, waar het moederbedrijf nog steeds gevestigd is. Het bedrijf krijgt de naam Léon Bel, omdat hij de kaasmeester is in de familie. De idee van de lachende koe kent zijn oorsprong tijdens de oorlog. De voertuigen van de eenheid waarin Léon Bel diende, waren voorzien van een lachende koeienkop.

Daarna gaat het snel met La vache qui rit. Er komen volop nieuwe producten, zoals de Babybel in 1951, de Apéricube in 1960 en Kiri in 1966. Ook economisch gaat het Léon Bel voor de wind. Er wordt volop geëxporteerd. Momenteel is dat zelfs 80 procent van de productie. Vandaag is de groep Bel marktleider op de markt van merkkazen in porties. Elke dag worden meer dan 10 miljoen porties verorberd, dat zijn 125 porties per seconde.

Meer informatie: Bel