Hoog celgetal blijft melkveesector verontrusten

MCC-Vlaanderen ontving in 2006 ongeveer 2,6 miljoen melkmonsters. De resultaten voor parameters zoals kiemgetal, coli en vriespunt waren behoorlijk, maar met het celgetal blijft het net zoals in 2005 de verkeerde kant opgaan, zo blijkt uit het jaarverslag van de organisatie. Het celgetal is verantwoordelijk voor meer dan de helft van de afhoudingen en voor driekwart van de schorsingen die melkveehouders oplopen. 25 bedrijven kregen vorig jaar een getuigschrift voor continue superkwaliteit.

MCC onderzoekt de kwaliteit en samenstelling van melk. Iets meer dan de helft van de monsters wordt echter genomen in het kader van de melkproductieregistratie die VRV organiseert om veehouders een beter inzicht te verschaffen in hun bedrijfsprestaties. De melk wordt zes dagen op zeven door MCC opgehaald, waarbij 375 RMO-chauffeurs betrokken zijn.

Die moeten wel bij steeds minder landbouwbedrijven langskomen. In 2006 waren er dat gemiddeld 6.986, een daling van ruim acht procent in vergelijking met 2005. Sedert 1990 liep het aantal Vlaamse melkveebedrijven terug met 58 procent. Verwacht wordt dat deze trend zich ook de komende jaren zal doorzetten. Een ander belangrijk zorgenkind is het celgetal. Enkele jaren geleden bedroeg dat gemiddeld ongeveer 200.000 per ml, in 2005 steeg dat naar 212.000 en vorig jaar naar 221.000.

Bijna tien procent van de onderzochte monsters voldoet niet aan de wettelijke norm van 400.000 voor het celgetal. Slechts 40 procent van de monsters voldoet aan de gezondheidsnorm van 200.000. Met de evolutie van de remstoffen in melk is het beter gesteld. Slechts 0,06 procent van de monsters leverde een postief resultaat op. Dat is onder meer het gevolg van de zware boetes die gehanteerd worden, met name 29,75 euro per honderd liter melk.

Vorig jaar is MCC gestart met de uitreiking van een soort attest van superkwaliteit voor melkveehouders die er in slagen om gedurende een heel jaar melk van topkwaliteit af te leveren. Dat betekent in de praktijk een coligetal van minder dan tien, minder dan 10.000 bacteriën en minder dan 150.000 cellen. 25 melkveebedrijven voldeden aan deze strenge criteria.(KS)