"Graag begrip voor toepassing wetgeving"

Begin juli blokkeerde het Voedselagentschap 8 landbouwbedrijven omdat hetzij potentieel MPA-besmette varkens uit Nederland werden ingevoerd hetzij besmet voeder uit Nederland werd aangevoerd. In twee bedrijven werden meststalen positief bevonden op MPA. Het Voedselagentschap toont in een persmededeling begrip voor de getroffen varkenshouders, maar verdedigt de strikte toepassing van de hormonenwetgeving voor de afhandeling van deze gevallen.

De bedrijven die begin juli geblokkeerd werden, werden door het Voedselagentschap bemonsterd op mest, urine en voeder. Op de twee bedrijven waar besmette meststalen werden teruggevonden, wordt de hormonenwetgeving toegepast. Dat betekent dat de getroffen bedrijven vijf werkdagen de tijd krijgen om een tegenanalyse te laten uitvoeren.

Als de tegenanalyse eveneens ongunstig is of als er geen werd aangevraagd worden de ingevoerde zeugen pas vrijgegeven nadat ze allemaal werden getest en er geen MPA werd gevonden. In het andere geval worden ze in beslag genomen en opgeruimd.

In de 6 andere bedrijven werd geen MPA vastgesteld, noch in de mest noch in de urine. Deze bedrijven worden nu onder verhoogd toezicht geplaatst. Deze maatregel houdt in dat de varkens pas mogen worden geslacht nadat een statistisch verantwoord aantal varkens negatief werd bevonden op MPA. Dit onderzoek gebeurt na een 10 dagen op voorhand aangevraagde proefslachting.

De ongeveer 3.000 mestvarkens van het bedrijf in Halen die niet afkomstig zijn uit Nederland en ook niet met het MPA in contact kwamen zullen onder dezelfde maatregel vallen.

Het Voedselagentschap wijst er op dat de gevolgde procedure werd vastgesteld in goed overleg met het parket en de nationale hormonenmagistraat.