Gestopte boer loopt stopzettingsvergoeding mis
In 2000 besliste De Block zijn landbouwactiviteit af te bouwen toen bleek dat zijn vrouw aan kanker leed. Een deel van de landerijen deed hij van de hand. "Aangezien de resterende grondoppervlakte amper zestig are bedroeg, kreeg ik bij de Mestbank te horen dat ik geen aangifte meer moest doen. In totaal had ik slechts 5 dieren in mijn stallen staan", zegt De Block. In oktober vorig jaar overleed zijn echtgenote en besliste hij helemaal te stoppen als landbouwer.
Dat gaf de voormalige boer recht op een stopzeggingsvergoeding. "Mijn aanvraag werd goedgekeurd. Maar de Vlaamse Gemeenschap weigerde het geld uit te keren omdat ik sinds 2000 geen aangifte meer ingediend heb bij de Mestbank. Daardoor was ik zogezegd al gestopt als landbouwer", vertelt De Block. Hij tekende vergeefs beroep aan.
"Dit is geen alleenstaand geval", stelt de Temsese schepen van Leefmilieu Ingrid Meeus (VLD), tevens federaal volksvertegenwoordiger. "Wel meer landbouwers, naar schatting 500, worden het slachtoffer van een administratief kluwen waar ze zelf weinig of geen impact op hebben". Ze vraagt minister-president te bemiddelen in de zaak van Lucien De Block en diens collega's.
