FAO versterkt crisisbeheer tegen landbouwrampen

15 dierenartsen en andere deskundigen gaan vanuit het hoofdkwartier van de FAO in Rome permanent uitbraken van plant- en dierziekten wereldwijd monitoren. Wanneer het nodig is, kunnen experts binnen de 48 uur uitgezonden worden naar eender welke plaats op de planeet. "De snelheid van handelen is essentieel bij uitbraken van plagen en epidemies", motiveerde FAO-baas Jacques Diouf donderdag de oprichting van de crisiscel.

De voorbije drie jaar heeft de FAO zich vooral het hoofd gebroken over het vogelgriepvirus H5N1. Oost-Europa blijft kwetsbaar voor het virus en in Indonesië en Afrika blijft de dreiging reëel. Maar in andere delen van de wereld is de situatie verbeterd in vergelijking met een jaar geleden. "Ondanks die verbetering mogen we onze waakzaamheid niet laten verslappen", meent Diouf. "Enkel wanneer H5N1 volledig uitgeroeid is, verdwijnt het zwaard van Damocles boven ons hoofd".

Eén van de lessen die de FAO getrokken heeft uit de bestrijding van de vogelgriep is dat er pijlsnel moet opgetreden worden om bijvoorbeeld dierziekten tijdig te kunnen indammen, zeker in landen waar de overheid slecht uitgerust is om ziekten en plagen te bestrijden. Met de nieuwe crisiscel zetten we een belangrijke stap voorwaarts om landen te helpen in hun strijd tegen rampspoed", aldus Diouf. Het team zal geleid worden door Karin Schwabenbauer, de voormalige baas van de Duitse veterinaire dienst.

De crisiscel krijgt een dotatie van 5,1 miljoen dollar van de Verenigde Naties. Andere landen die bijdragen tot de financiering zijn Duitsland, Frankrijk, Zweden, Zwitserland, Noorwegen, Saoedi-Arabië, China, Griekenland en Jordanië.