Een boer op drie in de knoop met randvoorwaarden

In totaal kregen 576 landbouwers een boetepercentage aangesmeerd bij de uitbetaling van hun bedrijfstoeslag. Bij nog eens 513 boeren werd een gelijkaardig percentage afgehouden van hun tot hiertoe gekoppeld gebleven premies voor zoogkoeien en slachtpremies voor kalveren. "Het aantal sanctioneringen is een reële voedingsbodem voor latente controlestress die niet zelden wordt aangedikt door allerlei straatverhalen en zelfs angstaanjagende en verkeerde interpretaties van de controlereglementen zelf", luidt het in Boer&Tuinder.

Uit een analyse van Boerenbond blijkt dat slechts een beperkt aantal criteria oorzaak zijn geworden van het hoge aantal boetepercentages. Het gaat onder meer om een gebrek aan analyseresultaten van het organisch materiaal en de zuurtegraad van de bodem op akkerlandpercelen en om een gebrekkige registratie in het kader van het Sanitel-systeem. Ook de mestopslag en de vereiste keuringsbewijzen voor spuittoestellen blijken struikelstenen te zijn.

Volgens Boerenbond blijken veel landbouwers ook niet in orde te zijn met de naleving van het instandhouden van het areaal permanent grasland. Vorig jaar gaf dit enkel aanleiding tot verwittigingen, maar vanaf dit jaar zal effectief gesanctioneerd worden. In tegenstelling tot signalen van veehouders op het terrein blijkt het verlies van oormerken niet of nauwelijks te leiden tot bestraffingen.

De meeste controles worden uitgevoerd door de landbouwadministratie. Daarnaast kijken ook de Mestbank, Aminal, OVAM en het Voedselagentschap toe op de naleving van de randvoorwaarden.

Meer informatie: Brochure MTR en bijkomende randvoorwaarden 2006