Duitse boeren optimistisch gestemd over toekomst

De stemming onder de Duitse landbouwers is begin 2006 duidelijk verbeterd. Dat blijkt uit de conjunctuurbarometer Agrar van de boerenorganisatie DBV. Die kwam tot stand op basis van een enquête die het marktonderzoeksinstituut Produkt + Markt tussen eind maart en begin april organiseerde bij een duizendtal landbouwers en loonwerkers. Daarin werd gepeild naar hun financiële toestand en hun investeringsintenties.

Op een indexschaal bereikte het optimisme onder de Duitse boeren in het eerste kwartaal 104 punten, dat is 16 punten meer dan de waarde die in december vorig jaar becijferd werd. Medio 2005 bedroeg de stand nog 67 punten. Volgens de laatste enquête beoordelen de boeren hun actuele en toekomstige financiële toestand ook duidelijk optimistischer dan in de vergelijkbare periode van 2005 toen de index 70 punten haalde.

De permanente verbetering van de stemming signaleert dat de landbouwers weer meer vertrouwen in hun financiële toestand hebben. Een gelijkaardige verbetering van de stemming doet zich trouwens ook voor in een groot deel van de Duitse economie, merkt de Vlaamse Landbouwraad Dirk Bergen op. Weliswaar blijven de boeren voorzichtig wat de prijsontwikkeling op de landbouwmarkten betreft.

De opwaartse trend van de conjunctuur- en investeringsbarometer heeft volgens de DBV te maken met betere verwachtingen over de toekomstige financiële ontwikkeling in de komende twee tot drie jaar. Vooral boeren in Zuid-Duitsland zien de toekomst positiever in dan tijdens het laatste kwartaal van 2005. Hun actuele financiële toestand schatten de Noord-Duitse boeren daarentegen hoger in dan de Zuid-Duitse.

Vooral bedrijven met varkenshouderij evalueren hun toekomst als positief, hoewel de recente uitbraken van varkenspest in Nordrhein-Westfahlen een domper zetten op de stemming. Het optimisme in de landbouwsector heeft ook invloed op de neiging tot investeren, die lichtjes gestegen is. Volgens de laatste enquête plannen 49 procent van de ondervraagden in de komende zes maanden investeringen, vooral in nieuwe gebouwen en hernieuwbare energie.