Drie stalen van frisdrankproducenten positief

De drie werden positief bevonden met gehaltes van respectievelijk 0,52 ppm, 0,40 ppm en 0,35 ppm MPA (ppm = mg/kg). In de drie stalen werd eveneens 17-B-oestradiol vastgesteld in zeer lage concentraties.

Volgens het wetenschappelijk comité van het Voedselagentschap is de norm voor dagelijkse inname overschreden. Hun conclusie gebeurde op basis van de scherpste norm voor de aanvaardbare dagelijkse inname van MPA en op basis van de analyseresultaten van de glucosestroop waarmee frisdranken werden aangemaakt.

De vertegenwoordigers van het comité wijzen er evenwel op dat bij het bepalen van de aanvaardbare dagelijkse inname een belangrijke veiligheidsmarge in acht wordt genomen.

De nieuwe analyseresulaten van mest en voeders genomen in de varkensbedrijven zijn daarentegen negatief. Een aantal stalen is nog in onderzoek. De keuringsdiensten van het Voedselagentschap ontvingen wel uit Nederland bericht met bijkomende meldingen van leveringen van slachtvarkens. Deze worden momenteel getraceerd. Zo liet het Voedselagentschap nog weten.

Het onderzoek in het bedrijf Bioland bracht voorts een adressenlijst aan het licht met de namen van bedrijven zowel in binnen- als in buitenland. Niettegenstaande er geen rechtstreekse aanwijzingen zijn dat aan deze bedrijven geleverd werd, werd besloten een onderzoek uit te voeren in het Belgisch bedrijf en de betrokken lidstaten en de Commissie rechtstreeks in te lichten. De diensten van het Voedselagentschap voeren momenteel dit onderzoek uit.

Een delegatie van het Agentschap aangevuld door vertegenwoordigers van OVAM en van het onderzoeksteam van Turnhout gaven dinsdagnamiddag tekst en uitleg aan de Europese Commissie. Het Agentschap riep tevens een uitzonderlijke vergadering samen van het Raadgevend Comité ten einde de leden op de hoogte te brengen van de situatie, aldus nog het Voedselagentschap.