Dierenwelzijnscontroles spitsen toe op nieuwe regels

Het programma voor de controle op de naleving van de dierenwelzijnsregels bepaalt hoeveel inspecties er per diersoort zullen uitgevoerd worden, een cijfer dat afhangt van de vorige controleresultaten. Zo worden probleembedrijven en -sectoren extra gecontroleerd.

De controles op landbouwbedrijven worden uitgevoerd door het Voedselagentschap. De inspecteurs werken met gestandaardiseerde checklists, zodat de controles uniform verlopen en statistieken mogelijk zijn. Bedrijven die op een of meerdere welzijnsnormen minder goed of slecht scoren, krijgen strafpunten en riskeren een waarschuwing of een proces-verbaal.

Ook nieuwe of gewijzigde wetgeving vormt een aanleiding om gericht te controleren. Zo zal er in 2006 speciale aandacht zijn voor bedrijven die loopvogels kweken, want op 1 december 2005 wordt er een nieuwe wetgeving van kracht. Ook in de legkippensector en bij varkensbedrijven zullen de controles opgedreven worden als gevolg van veranderende wetgeving.

In nieuwe varkensstallen zal het wettelijk minimum aan lichtdoorlaatbare openingen in het dak of in de muren worden gecontroleerd. In het verleden stelden inspecteurs te vaak vast dat de varkens - vooral vleesvarkens - bijna continu in het donker werden gehouden. Om voldoende natuurlijk licht in de stal te hebben moet een oppervlakte die evenredig is aan drie procent van de stalvloeroppervlakte licht doorlaten via de muren of het dak.

De dierenwelzijnswetgeving krijgt vanaf 2007 trouwens meer slagkracht: de naleving ervan wordt een belangrijke voorwaarde voor landbouwbedrijven om Europese inkomenssteun te krijgen.