Boeren in Brusselse rand benutten niet alle kansen

Eén landbouwbedrijf op vijf in de Brusselse rand doet aan hoeveverkoop en de verkoop op wekelijkse markten is sterk ingeburgerd. Andere vormen van diversificatie komen veel minder voor en er kan nog beter ingespeeld worden op vormen van spontane consumptie. Dat zijn enkele van de conclusies uit een studie van de Leuvense en Gentse universiteit naar vraag en aanbod van landbouwgoederen in en rond Brussel.

60 pct van de ondervraagde landbouwers in de Brusselse stadsrand beweert nadelen te ondervinden van de verstedelijking. Hoofdoorzaken zijn het drukke verkeer, de onzekerheid over het grondgebruik en de mentaliteit van de stadsmensen. Bijna een kwart van de boeren ziet voordelen in de nabijheid van de hoofdstad. Meer consumenten betekent immers meer afzetmogelijkheden van de eigen producten en diensten.

Bij de bevolking is slechts 17,3 pct van oordeel dat ze nadeel ondervinden door de aanwezigheid van landbouw in hun woongemeente. Die beperkte groep stoort zich aan modderige wegen, het gebruik van pesticiden en geur- en lawaaihinder. Ruim de helft van de consumenten beweert voordeel te hebben aan de landbouw. Redenen hiervoor zijn de nabijheid van verse en kwaliteitsvolle hoeveproducten en de garantie op open ruimte met respect voor natuurwaarden.

De verschillende vormen van diversificatie in de landbouw hebben een verschillende invloed op het gedrag van de consumenten. De aanwezigheid van hoeveverkoop in de buurt leidt effectief tot meer rechtstreekse aankopen van hoeveproducten bij de omwonenden. In gemeenten waar veel landbouwers beheersovereenkomsten hebben afgesloten in verband met landschapszorg hebben de burgers doorgaans een positiever beeld over de landbouw. Al vinden 9 consumenten op 10 dat de hoeveverkoop ook een goede manier is om de relatie tussen boer en burger te verbeteren.