Bemefa: "Voedingsindustrie blijven sensibiliseren"

In Nederland kreeg het GMP-kwaliteitssysteem in de diervoedersector heel wat kritiek te slikken na het dioxine-incident bij aardappelfabriek McCain. De Belgische mengvoedersector trekt lessen uit het voorval. "We moeten de voedingsindustrie overtuigen dat hun nevenstromen voor dierlijke voeding aan dezelfde kwaliteitscontrole moeten onderworpen worden als de hoofdstromen". Dat staat te lezen in de jongste Beme.facts, de elektronische nieuwsbrief van Bemefa.

De Nederlandse overheid verweet het Productschap Diervoeder dat het als beheerder van het GMP-kwaliteitssysteem niet wist dat mergelklei als hulpstof gebruikt wordt bij het sorteren van aardappelen. Het Productschap argumenteerde dat het voor de sector onmogelijk is om voor elke processtap in alle 5.000 GMP-gecertificeerde bedrijven een sectorbrede richtlijn op te stellen. Bovendien kan geen enkel kwaliteitssysteem 100 procent veiligheid garanderen, zo luidt het.

In België wordt mergelklei enkel gebruikt bij het sorteren van wortelen en daar ontbrak de klei in de risicoanalyse. "Intussen werd deze lacune door de groentesector aangevuld", klinkt het bij Bemefa. De mengvoederfabrikanten beseffen dat er nog wel werk aan de winkel is om de voedingsindustrie te sensibiliseren. "Elke schakel moet op zijn niveau de volle verantwoordelijkheid opnemen voor de producten die hij afzet. Dat de voedingsindustrie worstelt met die verantwoordelijkheid is intussen heel duidelijk".

Daarnaast doen de mengvoederfabrikanten een oproep aan zelfmengers om de GMP-keten te vervoegen, "in hun eigen belang en in het belang van de hele sector van de dierlijke productie". Tot slot krijgt ook McCain een uitbrander. Volgens Bemefa was de verontreinigde klei afkomstig van dezelfde groeve die in 1999 al een dioxineverontreiniging in kaoliniet heeft veroorzaakt.

Meer informatie: Beme.facts