"Bedrijven met 'duurzame melkkoeien' verdienen meer"

Melkveebedrijven met een laag vervangingspercentage van hun dieren realiseren een veel hoger inkomen dan bedrijven met een hoger vervangingspercentage. Het lijkt erop dat boeren die zuinig zijn op hun koeien, die zuinige strategie toepassen op het hele bedrijf. Dat concludeert het Nederlandse Landbouweconomisch Instituut na onderzoek op 45 gespecialiseerde melkveebedrijven met 50 tot 80 koeien over de periode 2002-2004. Het verschil in gezinsinkomen tussen 'duurzame' en 'niet-duurzame' bedrijven zou kunnen oplopen tot 26.000 euro.

Bij de groep met de meest duurzame koeien - minder dan 25 procent vervanging - bedroeg het saldo per koe 2.151 euro. Dat was 100 euro hoger dan bij de groep met meer dan 30 procent vervanging. Door de hogere productie liggen de inkomsten voor de melk 60 euro hoger en de opbrengst uit vee is 35 euro hoger, omdat er meer kalveren kunnen verkocht worden. Maar de winst zit niet zozeer in het totale saldo per koe, als wel in het gezinsinkomen per bedrijf. Dat ligt bij de 'duurzame' bedrijven maar liefst op 54.100 euro, terwijl de bedrijven met het hoogste vervangingspercentage niet verder komen dan de helft: 27.700 euro.

Dit grote verschil is ook een gevolg van het feit dat ook kosten die niet direct met het vervangingspercentage te maken hebben, beduidend lager zijn. "Het blijkt dat de bedrijven met de meest duurzame koeien per melkkoe lagere rentelasten, algemene kosten en kosten voor loonwerk hebben dan de bedrijven met de minst duurzame koeien", schrijft het LEI in haar Agri-Monitor. Ook de kosten voor materiële activa zijn lager. "Kennelijk kan de ruimte die de andere bedrijven voor hun jongvee nodig hebben op deze bedrijven voor het melkvee worden benut", concludeert het LEI.