Agrarisch inkomen stijgt met 37 procent in Nederland

De Nederlandse land- en tuinbouw doet het dit jaar over vrijwel de hele lijn goed. Gemiddeld zijn de inkomens met 37 procent gestegen. Dat staat te lezen in een rapport van het landbouw-economisch instituut (LEI) omtrent de geraamde bedrijfsresultaten voor 2006. Vooral de akkerbouw en glasgroenteteelt boeren goed. De Nederlandse akkerbouwer ziet door de hoge prijzen van aardappelen, graan en uien zijn inkomen met ruim 20.000 euro stijgen naar 55.000 euro. Toch kunnen omwille van kwaliteitsproblemen en contracten niet alle akkerbouwers hiervan profiteren.

Ook de glasgroententelers kunnen tevreden terugblikken. Ondanks de verdere stijging van gas- en electriciteitsprijzen neemt hun rentabiliteit toe door hogere prijzen voor paprika's en tomaten. Ook hier zijn bedrijfsverschillen merkbaar, onder meer door uiteenlopende prijsontwikkelingen per gewas en het al dan niet investeren in energiebesparende warmtekrachtinstallaties.

In veel takken van de veehouderij is het bedrijfsinkomen in 2006, ondanks een stijging van de veevoederprijzen met bijna 4 procent, hoger dan vorig jaar. Uitzondering hierop vormen de braadkippen die vooral in de eerste helft van het jaar omwille van de vogelpest slechte prijzen kenden. Het is de enige tak van de Nederlandse land- en tuinbouw die een negatief inkomen genereert. Voor de leghennenhouders betekent 2006 een jaar van herstel na enkele teleurstellende jaren. De varkenshouderij doet het voor het derde jaar op rij goed en ziet haar gemiddeld inkomen stijgen met 5.000 euro.

Houders van vleeskalveren zien hun inkomen dalen tot 48.000 euro. Dat is vooral te wijten aan de lagere contractprijzen. Ook de Nederlandse melkveehouders moeten het met zo'n 6.500 euro inkomen minder stellen dan vorig jaar. Hun gemiddeld bedrijfsinkomen zakt van 62.000 euro naar 55.500 euro.(MP)

Meer informatie: Actuele ontwikkeling van bedrijfsresultaten en inkomens in 2006