"70 procent kinderarbeid in landbouw en visserij"

Volgens een ILO-rapport moeten zo'n 250 miljoen kinderen tussen vijf en zeventien jaar dagelijks arbeid verrichten. Zeventig procent daarvan, zo'n 170 miljoen, werkt in de landbouw, bosbouw of visserij. De kinderen moeten lange uren werken in ondraaglijke hitte, zware lasten torsen en worden blootgesteld aan pesticides. Ze lopen vaak verwondingen op door het gebruik van gevaarlijk gereedschap.

Voorbeelden zijn de bananenindustrie en verpakkingssector in Ecuador. De katoenindustrie in Egypte stelde in 2002 een miljoen kinderen tewerk, in India zou het zelfs gaan om 15 miljoen, aldus mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch. ILO kaartte in 2002 de kwestie al aan in een internationaal rapport over kinderarbeid. Recent polste ILO bij de International Federation of Agricultural Producers (IFAP). Die telt honderd landbouworganisaties in 70 landen, waaronder de Belgische Boerenbond.

De arbeidsorganisatie vroeg IFAP twee hoofdstukken over de kwestie te schrijven voor haar Labour Book. Het document wordt later verspreid onder verschillende internationale beleidsmakers. IFAP consulteerde maandag haar leden over de kwestie op de eerste dag van een driedaagse conferentie in Brugge. Of de twee hoofdstukken er komen en wat de inhoud zal zijn, is nog niet duidelijk. "Daarvoor is nog meer overleg nodig met onze leden", zegt IFAP-voorzitter Jack Wilkinson.

Toch wil hij al een kanttekening plaatsen bij de cijfers. "Er moet onderscheid gemaakt worden tussen gevaarlijke en niet-gevaarlijke kinderarbeid. Als ik mijn kinderen op mijn boerderij laat meewerken, beschouw ik dat niet als kinderarbeid". Wilkinson is zelf boer in het Canadese Ontario. "Dat is net het mooie aan de stiel. Het gaat om familiebedrijven, om de traditie. Kinderen gevaarlijk werk laten verrichten, is natuurlijk een andere zaak", zegt de voorzitter. "Als die twee hoofdstukken er komen, moet dat onderscheid dus zeker gemaakt worden. Ik ben er zeker van dat IFAP over de kwestie een positieve bijdrage kan leveren".

De IFAP werd opgericht in 1946 en vertegenwoordigt meer dan 500 miljoen landbouwersfamilies. Op de conferentie van maandag tot en met woensdag staat de bespreking van actuele landbouwthema's op het programma: onder meer milieu en duurzame landbouw, het versterken van de positie van landbouwers in de voedselketen, vermindering van plattelandsarmoede, voedselveiligheid en plattelandsontwikkeling, handel en de WTO-onderhandelingen.