41ste BSE-geval in Zegelsem

Op een boerderij in Zegelsem is een nieuw geval van dollekoeienziekte ontdekt. Daarmee komt het aantal BSE-gevallen in 2001 voorlopig op 41. De BSE-koe werd ontdekt dankzij de epidemiologische bewaking, die BSE opspoort bij dieren op de boerderijen, de veemarkten en de slachthuizen. Alle 82 dieren van het bedrijf in Zegelsem en de 126 runderen van de boerderij in Zevergem waar de koe geboren werd, werden afgemaakt.

Dat laat het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen woensdag weten in een mededeling. De rood witte koe werd op 25 september 1995 geboren in een melkveebedrijf uit Zevergem. Sinds 4 december 1998 verbleef het op een ander melkveebedrijf in Zegelsem. De bedrijven hebben een veestapel van respectievelijk 126 en 82 runderen. Na de ontdekking van de BSE-koe, werd de waarde van alle runderen geschat. Nadien werden ze naar een destructiebedrijf gebracht waar ze werden gedood en verbrand. De runderen ouder dan 2 jaar zullen eveneens onderworpen worden aan een BSE-test.

Deze dolle koe is al het 41ste geval dit jaar. Negen runderen werden ontdekt via het toezicht op levende dieren in de boerderijen, de slachthuizen en de markten. Een dier werd ontdekt na een onderzoek op de opgeruimde dieren van een haard. Van de 9.941 kadavers die in het destructiebedrijf werden onderzocht, bleken zes dieren met BSE besmet. De systematische tests in de slachthuizen leverden tot slot 25 BSE-gevallen op.