40 procent glastuinbouwareaal in provincie Antwerpen

In de provincie Antwerpen bestaat het landbouwareaal voor 82 procent uit grasland en voedergewassen, voornamelijk voedermaïs. Je vindt er ook 40 procent van de totale oppervlakte aan glastuinbouw in Vlaanderen. Dat blijkt uit een nieuwe brochure vol cijfers over de Antwerpse land- en tuinbouw. "Het document is nodig omdat de perceptie van land- en tuinbouw vaak niet met de werkelijkheid strookt", aldus gedeputeerde Ludo Helsen die de publicatie maandag in Geel voorstelde.

Van alle Vlaamse provincies bekleedt de provincie Antwerpen de derde plaats inzake het aantal land- en tuinbouwbedrijven. In 2004 ging het om 5.652 stuks. Dat is minder dan in West-Vlaanderen (11.395 bedrijven) en Oost-Vlaanderen (9.272 bedrijven). De totale land- en tuinbouwoppervlakte bedraagt 95.000 hectare, wat slechts 14,6 procent vertegenwoordigt van het Vlaamse areaal. Naast grasland en voedergewassen is er ook akkerbouw in de provincie. De voorbije tien jaar is het areaal verdubbeld tot zo'n 10.000 hectare.

De tuinbouw verleent de regio's rond Sint-Katelijne-Waver en Hoogstraten internationale faam. De tuinbouw in openlucht is het voorbije decennium uitgebreid tot 3.500 hectare als gevolg van het toegenomen areaal boomkwekerij. De glastuinbouw beslaat 872 hectare. In tegenstelling tot andere provincies zijn de groenteteelten voornamelijk bestemd voor de versmarkt. De belangrijkste tuinbouwteelten zijn tomaten en kropsla, maar ook bloemkolen, prei, groene bonen, potchrysanten, aardbeien, perk- en balkonplanten gedijen goed in Antwerpen.

De Antwerpse vleeskalverenbedrijven zijn met gemiddeld 457 kalveren per bedrijf veruit de grootste in Vlaanderen. Ook de Antwerpse melkveebedrijven zijn groter dan het Vlaamse gemiddelde. De Antwerpse melkveebedrijven hebben gemiddeld 50 melkkoeien, terwijl voor Vlaanderen het gemiddelde 35 melkkoeien bedraagt. Ook de Antwerpse varkensbedrijven, met gemiddeld 1.127 varkens per bedrijf, scoren hoger dan het Vlaamse gemiddelde van 861 dieren. De grootste pluimveebedrijven situeren zich eveneens in de provincie Antwerpen. Zowel de leghennen- als de vleeskippenbedrijven zijn duidelijk groter dan in andere provincies.

Tussen 1994 en 2004 daalde het aantal land- en tuinbouwbedrijven in alle Vlaamse provincies met gemiddeld 28,7 procent. Antwerpen ontsnapte niet aan deze evolutie. Een van de redenen voor die daling is het feit dat landbouwers zich maar zelden verzekerd zien van opvolging. Slechts 8 procent van de bedrijfsleiders in de provincie Antwerpen geeft aan een opvolger te hebben, tegenover 41 procent die er geen heeft. Wel stijgt het opleidingsniveau van de startende land- en tuinbouwers.

De brochure 'Land- en tuinbouwsector in de provincie Antwerpen in cijfers' kan aangevraagd worden bij de Cel Landbouw- en Plattelandsbeleid, tel 03/240 58 31